Verslag Aan Tafel #2 - Interveniëren in criminele families
Criminele netwerken op basis van hechte vriendschappen of familieverbanden. Hoe intervenieer je daarin? Welke handelingsperspectieven zijn er voor politieagent of beleidsmedewerker? En hoe pakt dat uit in Noord- en Oost-Nederland? Op 4 juni gingen we met twee experts en zeven praktijkdeskundigen daarover in gesprek tijdens de tweede Aan Tafel!
Anne Boer en Hans Moors, twee experts van onze zus EMMA, deden de afgelopen twee jaar onderzoek naar dit vraagstuk in opdracht van Politie en Wetenschap. Eind mei 2020 publiceerden zij in een online webinar hun bevindingen in de vorm van een boek en handreiking.
Anne Boer lichtte de belangrijkste bevindingen kort toe. Zo wijst het onderzoek uit dat er een belangrijke meerwaarde schuilt in het benaderen van criminaliteit vanuit een familie-bril. Want de familie is vaak de reden waarom een zoon of dochter (ook) crimineel wordt, maar zorgt ook voor een hoge drempel om de criminaliteit de rug toe te keren. Een ‘eervolle uitstap’ faciliteren is een manier om hier toch toe te verleiden.
Boer benadrukte ook dat je idealiter gelijktijdig moet inzetten op een responsieve, repressieve, én preventieve aanpak. Dit vraagt een nauwe samenwerking tussen het juridische en sociale domein, waar nu nog vaak een kloof bestaat. En vraagt ook het betrekken van bijvoorbeeld woningcorporaties, die, zeker als mensen al heel lang op één plek wonen, vaak dichtbij deze mensen staan.
Hans Moors verkende vervolgens de betekenis van het onderzoek voor Noord- en Oost- Nederland. Hij ziet dat onder druk van verscherpte handhaving in Noord-Brabant, dat de ‘luwte’ in Noord en Oost-Nederland een steeds aantrekkelijker gebied wordt voor criminele families.
Soms krijgt deze criminaliteit lokaal ook andere verschijningsvorm. Zo schuilt achter het pesticidengebruik in delen van de Drentse bloembollenteelt, een crimineel verdienmodel. Maar onze regio biedt ook de nodige kansen vanwege de aanwezigheid van een omvangrijk grensgebied (illegale handel, accijnsfraude) en er is er door ontwikkelingen op het vlak van demografie en landbouw veel leegstand in het buitengebied (te gebruiken als drugslabs).
De aanwezigen, zowel werkzaam in het sociale als juridische domein, herkennen het geschetste beeld. Maar of er werkelijk sprake is van groei, of dat het gewoon meer zichtbaar is geworden, is niet helemaal duidelijk. ‘Waarschijnlijk beide een beetje,’ geeft Moors aan. ‘De cijfers geven nooit een volledig beeld, maar het is zeker het geval dat we dit soort dingen ook meer en beter zijn gaan vastleggen.’
Dat wil niet zeggen dat die gegevens ook zonder meer goed worden uitgewisseld, blijkt uit de discussie die volgt. De ruimte om belangrijke gegevens van politie of gemeente te delen met bijvoorbeeld een woningcorporatie is beperkt. Terwijl dat de samenwerking en aanpak wel een stuk effectiever kan maken, geven de aanwezigen aan.
Hoewel interveniëren in criminele families dus zeker niet eenvoudig is, blijken de professionals aan onze tafel gelukkig niet voor één gat te vangen. Ze bedenken creatieve manieren om ex-criminelen aan werk te helpen, ook als ze geen VOG kunnen overleggen. Of om informatie op zo’n manier te delen dat het mag, en tegelijkertijd concreet genoeg is voor de verschillende partijen om ernaar te handelen.
Die aanpak past goed bij de tips uit het boek: blijf (creatieve) oplossingen bedenken die passend zijn bij specifieke situaties. Zorg voor een integrale informatiepositie. En investeer tijd in de samenwerking tussen professionals met andere achtergronden.
Meer weten?
Een handreiking met praktische tips is te vinden in de handreiking ‘interveniëren in criminele families’, hier te downloaden. Het boek is via dezelfde link ook beschikbaar als gratis e-book.